Meteen naar de inhoud
Home » #RACEVERSLAG | Rotterdam Marathon 2022

#RACEVERSLAG | Rotterdam Marathon 2022

Gisteren was het tijd voor de Rotterdam Marathon 2022. Het is voor mij een gekke ‘voorbereiding’ geweest, waarbij mijn hardloopmomenten er waren om mij een basis te geven. Eigenlijk ben ik niet direct aan het voorbereiden op de marathon geweest. De Marathon kwam op soort van advies als puntje ertussen, maar was geen los doel op zich. Dat waren de momentjes hardlopen. Die gingen de ene keer beter, de andere keer totaal niet. Maar ze gingen zoals ze gingen.

Vrijdagavond toch besloten om een hotel te boeken. Mijn moeder, man en gezin gingen mee voor support, wat ik heel erg fijn vond. Dankbaar dat ze erbij waren. Fysiek en de hele race in gedachten.

In het hotel, zenuwen maar we proberen te blijven lachen!
Mijn grote fan en inspiratiebron ‘schrijft’ (lees: krabbelt) wat voor mama op de expo

Er was behoorlijk wat stress en heel wat emoties en andere zaken voordat de kanonschoten klonken, maar ik dacht aan mijn vader (na een flinke traan) en zette een knop om. Ik móest en zou deze gaan doen. En ik wilde dan gewoon alles gaan geven. Ik voelde dat ik dat moest doen. Kijken of ik ergens richting mijn PR kon gaan lopen. Ik wilde mezelf wat bewijzen. Mezelf weer even vinden ofzo.

Voor de start

Voor de start was er nog even heel veel stress, emoties, tranen. Maar ook liefde van mijn gezin. Ik moest mijn lieve zoontje van 10 maand (+ 1 dag) nog even voeden, dus dat deed ik. Oude trui van papa aan, even zitten op wat stenen. Mooie woorden van een mede loper; ‘wat een power mama’. Die raakte me ook. En droeg ik ook mee. Een knuffel en dikke kus van mijn kleine meisje, een glimlach van mijn zoontje en ik liep het startvak in richting de start. Uiteraard na tig zenuwplasjes. Wachten op de kanonschoten.

Voeden en knuffelen voor de start.
Snel de laagjes uit en klaarmaken.

Te snel te snel te snel.

Na de start vlóóg ik weg. Ik stond vooraan in het tweede startvak, dus hoefde niet meteen te slalommen. Ik werd opgeslokt door het ‘veld’. Bij de eerste 200 meter ‘voelde’ ik iets aan de onderkant van mijn rechtervoet. Net of er iets in mijn schoen zat. Slechte start qua mindset voor de race. Wat moet ik? Ga ik hier mee stoppen? Doorlopen? Ga ik blaren krijgen? Het begon al niet lekker. Er zat nog van alles in mijn hoofd wat met me speelde. Toch proberen knop om, stoppen kost zóveel tijd en je staat midden op de Erasmusbrug. Kijk maar hoe het gaat. De eerste kilometers vlógen mijn benen. “Patty, je gaat te snel!”. Dat ging door mijn hoofd. Ik haalde al snel mensen uit de eerste wave in, maar kon nergens ‘aansluiten’. Ik liep achter een man die niet heel constant liep voor mijn gevoel, maar die ergens een beetje mee liep. Veel te snel. Ik voelde het aan alles. Maar mijn benen gingen wel lekker. Ik volgde stiekem even mijn hart. Ik zie wel hoe het loopt en hoe ik moet aanpassen. Ik kon geen goed ‘raceplan’ vormen en mijn benen laten gaan was het enige wat kon.

5 kilometer!

Toen was het alweer 5 kilometer. Ik voelde dat ik té snel ging, maar mijn ademhaling zat goed. Ik gaf het een poging en liep door. Netjes bij de drankpost gedronken, iets langzamer gelopen en door.

10 kilometer.

Toen tikten we de 10 kilometer aan. Ik ging nog steeds te snel en kreeg wel op momenten last van mijn ademhaling. Ik probeerde mezelf te zeggen “Joh, dit hoef je maar 4x en een beetje”. Dat klonk nog niet heel gek.

13 kilometer!

De vorige keer kreeg ik hier een hongerklap. Nu geen last! Fijn!

15 kilometer!

De meneer waar ik achter zit zegt ergens tussen de 10 en 15 kilometer tegen me ‘ik ga u hazen, begrijp me niet verkeerd’. Ik zeg; ‘hoe snel loopt u dan?’ ‘3u15 gaat u lukken’. Ehhh. Nee meneer.. maar hij bleef toch in mijn buurt. Of dit bewust of onbewust was, weet ik niet. Hij hielp me ergens, maar ook dacht ik; laat me mijn eigen race lopen. Het ging namelijk allemaal iets te snel en mijn hoofd kon mijn hart niet bijhouden.

18 kilometer

Als we bij 18 kilometer zijn besluit ik gas terug te nemen. Ik voel mijn ademhaling zwaarder worden en voel mijn benen al. “Patty, wees verstandig, je moet nog 24 kilometer!”. Zo gezegd, zo gedaan. Het is alleen lastig, want ik kan bij niemand aanhaken en haal nog steeds mensen in. Ik wil niet op mijn horloge kijken en weet dus niet hoe hard ik loop. Ergens daar verlies ik deze man ook uit het oog (NB: later blijkt hij wat gas terug te hebben genomen en achter mij te zijn gefinished)

Iets voor de helft
Ik heb geen flauw idee of mijn inschatting goed is van dit moment, maar volgens mij kom ik iets voor de helft iemand tegen die roept: ‘hey, Rijssen!”. Ik zeg “Huh jah dat klopt!”. Fijn om even een praatje te maken, hierdoor loop ik wat langzamer en moet ik meer op mijn ademhaling letten. Hij had mijn naam een aantal keer gehoord (door toeschouwers) en was van de atletiekvereniging en die organiseerden een paar weken geleden een run waar ik tweede werd. Goed, kleine wereld. Hij wil 3.30 lopen en ik vraag of hij constant loopt (want dit is mijn droomdoel voor vandaag, zodat ik mijn PR verbreek). Hij geeft aan dat hij dat wel probeert, maar de vorige keer last kreeg. Eigen tempo lopen geven we aan. Ik neem dus ook afscheid van Barry (inmiddels weet ik zijn naam ook haha) en ren verder.

20 kilometer: toch maar een gelletje

Ik ben de gelletjes een beetje aan het uitstellen, maar neem er toch maar een op 20 kilometer. Deze valt prima. Gelukkig.

De Halve Marathon

Ik kijk stiekem op mijn horloge: 1.37.10. Ik heb gewoon een PR op mijn halve marathon in deze marathon gelopen. Als dat maar goed gaat de tweede helft.

24 kilometer!

Ik denk: gelukkig, 24 kilometer. Heb het al wel zwaar, maar niet ‘zwaar zwaar’. Vooral alle emoties die ik er aan het uitrennen ben. Al die gevoelens drukken hard. Maar ik zet door. Ik voel wel van allerlei pijntjes.

26 kilometer: we meet again Erasmusbrug

Volgens mij gaan we tussen 26-27 kilometer de Erasmusbrug voor de tweede keer op. Die hakt er in. Maar naar beneden vlieg ik en klok ik mijn snelste kilometer (4’19”). Die momenten van stijl naar boven, maar dan toch even versnellen naar beneden, zorgen ervoor dat ik blijf gaan.

28 kilometer: mijn fanclub!

Onder de brug naar beneden hoor ik mijn naam. Die heb ik al héél vaak gehoord deze race (dat is het mooie aan Rotterdam; bekenden en onbekenden cheeren voor je!), maar herken mijn man zijn stem. Ja! Daar spot ik hem bovenaan de brug. “Jaaaaa hallo schatje(s)” schreeuw ik. Kost te veel energie, maar who cares. Dan oeps de tunnel naar boven. Zwaar.

28 kilometer: gelletje 2?

Volgens mij nam ik bij km 28 een tweede gelletje. Geen idee eigenlijk. Ik weet nog dat ik dacht; “o chips ik pak degene met cafeïne”. Die wilde ik tot het laatst bewaren. Maar goed ik denk we gaan ervoor. Valt gelukkig ook redelijk goed. Krijg het wel lastig weg.

Als ik maar bij de 30 ben. Dan bij 32 en dan aftellen.
Deze kilometers worstel ik met het gevoel dat ik wil kunnen aftellen van 10 naar finish. Ik heb door dat mijn niet aanwezige raceplan en mijn ‘ik loop alles eruit’ wat tegen me werkt, maar mijn benen doen het nog. Ik voel wel mijn knie wat opspelen, mijn linkerbil trekt, maar dat had ik al bij km 18. Vandaar ook dat ik blij ben met mijn keuze wat langzamer te lopen. Ergens in deze kilometers neem ik mijn derde en laatste gelletje. Ik loop naar een vrijwilliger en zeg ‘mag ik u deze geven’?. Ik wil namelijk niet random mijn afval overal neergooien.

Kilometer 34

Ik weet dat er bij kilometer 34 videoschermen staan en denk stiekem dat mijn man wat heeft ingestuurd. Hij deed nogal geheimzinnig afgelopen week. Dus dat is weer een punt waar ik naar uit kan kijken als ‘eikpunt’ tijdens de loop. Ik loop langzaam langs de schermen, maar zie nog niks. Op het laatste of een na laatste scherm komt daar dan mijn gezinnetje erop! Go mama schreeuwen papa en mijn dochtertje. Mijn zoontje van 10 maanden erbij. Kippenvel! “Jaaaaa schatjes!” roep ik. Kost me weer té veel energie en ik ben een beetje uit mijn ritme, maar goed, de hele race loop ik al te snel, met te veel emotie en gevoel en eigenlijk een beetje misschien als ‘kip zonder kop’.

Kilometer 38

Tussen kilometer 34 en 38 denk ik dat ik op standje automatisch overleven ben gegaan. Bij km 35 weet ik dat ik dacht; ‘vorige keer moest ik hier een pitstop maken. Hopelijk nu niet’. Dat ging goed met mijn darmen. Pfiew! Ik heb géén zin in gelletjes en heb het zwaar. Ik loop echt op mijn tandvlees en op ik denk een soort van oerkracht in combinatie met mijn hard. Ook alle gevoelens die ik er nog steeds aan het ‘uitlopen’ ben. Het is echt loeizwaar. Alles doet me zeer. Mijn voeten branden. Ik voel dat mijn tempo afneem, maar probeer te blijven bewegen.

Kilometer 40

Yes. Ik ben blij dat deze er is. Maar ik weet dat de laatste 2 me heel veel pijn gaan doen. De kilometers lijken steeds langer te worden en kruipen voorbij. Ik probeer op mijn ademhaling te letten en mijn benen te laten blijven werken. Ik ben bang voor kramp. Voor van alles. Maar dat speelt de hele race al door mijn hoofd. Dus ik probeer mijn hart te laten beslissen. Door Patty.

Kilometer 41

Ik ben aan het aftellen. Ik zeg tegen mezelf ‘nog even en je ziet 1000 meter te gaan’. Die laatste meters zijn zwaar. De bocht om. Ik wil versnellen, maar merk hoe zwaar het is. Even wachten. De laatste 200 meter zie ik de bruto tijd op het scherm van de start 10.00 uur en denk ik: ‘Als ik hier 7 minuten van af trek (ik startte immers 7 minuten later), betekent het dat ik kan finishen onder 3.20. Nee toch? Wel? Nee? OK gas Patty. Alles wat je hebt nog even’. En daar is de finish boog. Ik ben kapot. Ontladen. Maar ook ergens trots. Om zoveel redenen. Ik heb weer een marathon gelopen. De weg ernaartoe was zwaar. Maar ook die weg heb ik gelopen. En nu is dit een moment voor de weg die komen gaat.

3 uur 19 minuten en 22 seconden.

Die gaat als nieuwe PR de boeken in. Een PR met ruim 12,5 minuut. Mijn benen laten me er aan geloven. Mijn hoofd weet het allemaal nog niet zo goed. Mijn hart wilde even wat woorden proberen te typen. Die zijn moeilijk, ad-hoc, maar nu zijn ze er nog.

Daar is de plak.

Bedankt Rotterdam. Bedankt mijn gezin. Bedankt mijn familie en ook bedankt aan mijzelf. Ik ben er nog.

De puzzelstukjes komen allemaal wel weer op z’n plek.

Mijn grote kleine meisje. Trotse mama.

6 reacties op “#RACEVERSLAG | Rotterdam Marathon 2022”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *