Gisteren was het tijd voor de Enschede Marathon 2022. Nou ja, ‘tijd’, eigenlijk was het hier geen tijd voor. Hoe het toch kwam dat ik de Enschede Marathon dit jaar liep en hoe het is gegaan? Dat lees je in onderstaande blog. Het is weer een lang verhaal geworden, dus ik zou zeggen, pak er wat te drinken bij en lees lekker mee.
Alles staat nog (voor hoever dit kan) vers in het geheugen en het is daarom wellicht een verhaal met niet echt een kop, wel een duidelijke (finish) staart. Met deze Marathon heb ik ook eindelijk alle afstanden van Enschede gelopen: de 5 kilometer, de 10 kilometer, de halve marathon én de marathon. Weer iets om van mijn bucket list af te strepen.
Mijn vorige marathon liep ik al eigenlijk zonder ‘voorbereiding’; althans, niet echt met als doel een marathon. Hij kwam er ‘tussendoor’. Gewoon de momentjes hardlopen, daar ging het mij eigenlijk om.
Een zaadje is gepland
Onbewust is er een tijdje geleden een zaadje gepland voor de Enschede Marathon. Dit zaadje heeft een beetje bij beetje wat druppeltjes gekregen en besloot last minute toch te ontkiemen. Het begon bij een vraag of ik er gisteren bij zou zijn, onder andere afgelopen donderdag. Ik had nog niks op de planning staan, dus dat was ook het antwoord: ‘Ik weet het nog niet’. Nou ja, ik had een startnummer voor de 5 kilometer en zou als mijn man zou lopen met hem dan gaan lopen, of misschien toch mijn zusje helpen met haar eerste hardloopwedstrijd.
Mijn man kreeg echter last van zijn voet en wilde niks forceren in Enschede en liever dus niet lopen. Aan de andere kant wilde mijn zusje echt gaan strijden voor een PR én haar eerste hardloopwedstrijd en dacht ik dat ze het niet fijn vond dat ik mee zou lopen (in tegenstelling tot mijn andere zusje; die ik wel eens heb gepaced). Misschien verkeerde conclusie, maar dan hoor ik het vast nog van haar 😉.
Toen had ik dus eigenlijk voor mijn gevoel ‘niks’ aan het feit, waarvoor ik evt. die 5 kilometer zou gaan lopen in Enschede. Ik had geen zin om ‘alleen’, of beter voor mezelf, 5 kilometer te lopen. Ik zag berichten voorbij komen van mensen die de Marathon gingen lopen en dacht terug aan mijn marathon van 2 weken geleden. Een waar ik heb gevochten en moeten strijden. Met een fantastisch resultaat, maar niet hoe ik graag een marathon zou lopen. Ik zou zo graag een marathon willen lopen zonder de man met de hamer, gewoon om het genieten. En Enschede is dichtbij. Maar zo dicht erop. Ik was mezelf al beetje bij beetje aan het overtuigen.
Knoop doorgehakt
Ergens had ik tegen mijn man al gezegd dat ik liever een langere afstand wilde lopen dan 5 kilometer. In mijn hart was dat toen al misschien die marathon. Mijn man vond dat prima, maar ik had blijkbaar toch in mijn communicatie dit niet al te duidelijk uitgesproken. Dat geeft ook aan hoe het e.e.a. liep en hoe het besluit toch alsnog in een ‘stroomversnelling’ kwam.
De dag ervoor
De dag voor de Marathon zit ik met mijn gezinnetje bij een speeltuin. Mijn moeder is fijn mee. Even een bakje koffie en mijn kinderen lekker aan het spelen. Mijn moeder heeft het ook over Enschede, want die gaat mijn andere zusjes Manon en Angela ook aanmoedigen. Wat ik ga lopen. Ik heb het met haar over mijn struggles en eigenlijk in dat gesprek besluit ik eigenlijk zo’n beetje; waarom ook niet. Ik ga het gewoon proberen. Zeg ik voor 60% zekerheid. Als ik goed wakker wordt morgenvroeg, ga ik dus mijn afstand wijzigen. Voorbereid? Nou nee; de herstelweken zijn dan taperweken. Ik loop dus ook zo’n 40 kilometer meer dan dat ik gepland had (want, ik had alleen nog maar het startbewijs voor die 5 km). Vandaag dus maar heel veel suikers en koolhydraten. En als ik dan niet loop? Benieuwd wat mijn lijf dan met al die suikers had gedaan.
Wakker worden!
Op de dag zelf word ik best OK wakker. Het was een slechte nacht, dat wel. Dat heb ik wel vaker, is niet anders. Maar ik word niet gek wakker. Ik voel wel iets aan mijn rechterkuit, maar dat voelde ik al de avond ervoor. Toen had ik snel magnesium gesmeerd, maar ik weet bijna zeker dat dit gewoon inbeelding is. Ik besluit dus toch voor het wijzigen van de afstand te gaan.
Ik had mijn outfit al klaargelegd en trek deze aan. Het wordt een warme dag, dus ik ga voor een witte singlet, een oeroude korte broek, mijn Hoka Carbon X3 en voor het eerst ooit korte compressiekousen, van Liiteguard.
Met twee kleine kindjes die klaar moeten worden gemaakt en waar ook voeding voor moet worden geregeld valt er eigenlijk ook niet te twijfelen. Een oude joggingbroek en pyjama trui van mijn papa erboven en ik ben klaar voor de dag. Vervolgens snel de kindjes in de kleren, de tassen klaarmaken met kleren voor na die tijd, melk voor mijn baby ventje, eten voor mijn meisje en dan snel aan het ontbijt met het gezin.
Mijn moeder, man en gezin gingen weer mee voor support, wat ik heel erg fijn vond. Dankbaar dat ze erbij waren. Fysiek en de hele race in gedachten. Daarnaast had ik ook support via onze familie app en kon ik super leuk de berichtjes teruglezen.
Ontbijt
Het ontbijt is niet zo heel spannend. Ik gebruik wel mijn carboloader, dat is mij de vorige keer ook goed bevallen en dan heb ik het gevoel toch nog wat aan de voorbereidingen te hebben gedaan. Ik neem een grote bidon met sportdrank mee en als laatste giet ik snel een bietensapje naar binnen. Het ‘echte’ ontbijt is verder drie boterhammen met heel veel vruchtenhagel. Een grote mok thee met 3 grote scheppen suiker en een banaan. Dat moet ‘m doen.
Op weg naar Enschede voor het startnummer
Het voordeel van Enschede Marathon is dat het maar 30 minuten rijden is. We kunnen met mijn moeder meerijden, wat net zo gezellig is. Onze fijne Thule Urban Glide 2 is al ingepakt, de tassen erbovenop en goed een half uur later parkeren we voor het Saxion, waar ik mijn afstand ga wijzigen en het startnummer voor mijn zusje ophaal. Dit verloopt allemaal voorspoedig. Er waren veel mensen aanwezig, wat het even onduidelijk maakte; maar bij de balie waar ik moest zijn stond geen wachtrij en bij het ophalen van het startbewijs van mijn zusje ook nauwelijks. Ik loop nog snel naar het toilet en daarna weer naar mijn gezinnetje. We besluiten de auto daar te laten staan en naar de start te lopen; een goede keuze. Gelukkig dacht mijn man aan de parkeermeter, dus kocht ik nog snel een kaartje.

Voor de start
Voor de start was er, in tegenstelling tot de vorige keer, minder stress voor mijn gevoel. Ik moest mijn lieve zoontje van 10 maanden nog wel even voeden, dus dat deed ik even fijn. Echt lekker nog even knuffelen. Snel op een beton blok wat er stond. Vervolgens een knuffel en dikke kus van mijn kleine meisje, een glimlach van mijn zoontje en uiteraard ook van mijn man en moeder. Daarna liep ik het startvak in richting de start. Het startvak was niet bereikbaar voor publiek, dus ik zag ze daarna niet meer tot de start. In het startvak duik ik nog wel even snel een dixie in, want van al dat drinken moet ik best plassen.
In het startvak kom ik aan het kletsen met wat blijkt een moeder en dochter die sámen de halve marathon lopen. Zó leuk! En dit doen ze heel de wereld over als tripjes. Ik geef aan dat dit me ook fantastisch lijkt om in de toekomst met mijn dochtertje te doen. Wie weet, over heel wat jaartjes. Ze heeft nu in ieder geval de smaak al te pakken en wil heel graag altijd hardlopen.
Daar gaan we
Het startschot is gegeven en langzaam bewegen we naar voren. Half huppelend, dan stoppen we weer. Voor ik het weet gaan we de start over en zet ik mijn horloge aan. Kom op Patty, nu genieten dwing ik mezelf af. Terwijl ik de eerste stappen zet, merk ik dat het flesje wat ik aan mijn Spibelt heb gedaan me in de weg zit en schommelt. Sjips. Ik wil hem niet weggooien, want die dingen zijn best duur én omdat het zo heet is vind ik het idee fijn dat ik toch wat water bij me heb. Dus uiteindelijk loop ik 42,195 kilometer met dat flesje in mijn rechterhand haha. En uiteindelijk heb ik er ook denk ik zo’n 150 cc uit gedronken.
De eerste kilometers
De eerste kilometers gaan voorspoedig. Wel denk ik bij kilometer 3: goh , de vorige keer vlogen de eerste 4 voorbij. Nu maar 3. Dat is minder. Natuurlijk gekke hersenspinsels tijdens zo’n marathon, maar goed, dat gebeurt.
Ik kom er niet in.
Dan verlopen de kilometers erop heel gek. Er is veel vals plat, het is warm, ik denk van alles aan mijn lijf te voelen. Waarom doe ik dit? Ik kan dit niet. Zal ik stoppen? Zal ik toch maar straks er een halve van maken? Waarom moet ik dit nu? Ik kan dit niet. Waar ben ik aan begonnen. Ik loop niet lekker. Allemaal signalen die ik mezelf heel veel kilometers geef. Ik loop rustig, maar ben heel bang dat ik het niet vol ga houden. Het is mentaal op dat moment al heel zwaar. Ik vind het ook lastig om samen met de mensen te lopen die een halve marathon lopen. Die halen me al snel in, ik kom in een groot pace groepje van 1u40 terecht voor de halve, ik kom er gewoon niet in. Op een gegeven moment kom ik iemand tegen die ik herken van Instagram en zeg ‘hoi! Hoe gaat het!’. Hij zegt dat zijn doel 3u30 is. Ik geef aan dat mijn doel uitlopen en genieten is en dat ik dat écht niet ga lopen vandaag. Dan nemen we afscheid. Ik merk dat ik het fijn vind dat ik wat te praten heb.
Kort erna volgt er een verhaal van twee mannen die aangeven dat het wel heel demotiverend zou zijn als je samen loopt met iemand die een halve loopt en dat jij de hele moet en dan ineens er nog niet bent en degene met wie je liep wel. Ik kijk opzij en zie dat ze zélf de halve lopen. Ik lach en zeg: lekker is dat, want dat is precies hoe wij nu lopen haha. Ze geven aan dat het anders is, want ik loop niet echt echt samen en samen lopen ze wel de hele. Ik wens ze veel succes. Ook weer een grappig momentje.
De knop om
De route is niet zo drukbezet met publiek als in Rotterdam en er zijn veel stukken vals plat. De stukken met muziek trekken me echt op en ik hobbel rustig langs elke waterpost voor water en een spons. De knop moet alleen nu wel om, want anders dan ga ik het niet redden vandaag. Ik denk dat ik ergens rond kilometer 14 (weet het niet zeker) al een tijdje achter een dame loop. Ik ga naast haar lopen en spiek opzij en zeg: ‘wil even kijken welke afstand je loopt’. Ze blijkt ook de hele te lopen. Haar cadans is prettig en we raken even aan de praat en lopen al gauw samen door. Met als afspraak; gewoon ieder z’n eigen ding doen, zolang dit loopt, loopt het. We kletsen af en toe, voorzien elkaar van een spons en/of water. Inmiddels weet ik dat ze Evelien heet, uit Limburg helemaal komt voor deze marathon en dat haar oortjes het voor de start hebben begeven 😉. Ze heeft echt mijn knop omgezet en voor zo’n 10-12 kilometer loop ik heerlijk samen met haar en ben ik echt gaan genieten. Wel nog even met een gek momentje, waar ik per ongeluk iemand beledigde omdat ik me totaal niet kon vinden in een ‘advies’ over dat m’n handen niet goed waren, maar dat kon ik dankzij Evelien ook snel omzetten.
De binnenstad in.
Rond kilometer 16-18 gaan we de binnenstad in; eindelijk even wat mensen. Ik geef tegen Evelien aan dat ik hoopte mijn gezinnetje te zien, maar die zag ik niet. Echt 2 tellen later rondom het 18 kilometer punt staan ze daar! Mijn dochtertje met een gróte glimlach en ik loop naar ze toe, geef een dikke kus, zwaai en ga door. Iets verderop staat mijn moeder en daar zwaai ik ook blij naar. Dit had ik even nodig. Even een beetje uit mijn focus, maar wat fijn. Vervolgens haalt een man ons in en zegt tegen me: “je dochtertje straalde zo, zojuist! Fantastisch”. Wat is dat fijn om als mama te horen.

Rondom kilometer 20; het veld dunt heel erg uit.
Rondom kilometer 20 splitsen de halve en hele marathon zich op. Jemig, wat blijft er weinig over. Evelien vindt dit wel prettig, maar voor én achter ons zijn gewoon nauwelijks mensen. We lopen dus echt voor onszelf.
Op de helft!
Dan gaat het best snel totdat we op de helft zijn. Evelien en ik stoeien een beetje met het tempo; de GPS vliegt soms alle kanten op, maar het lijkt dat we best snel gaan. Ik had een race in gedachten op gevoel en dacht dat dit rond 5’10” zou zijn. We zitten al even rond 4’50”-4’55”. Ik probeer wat langzamer te gaan en denk dat dit lukt, maar uiteindelijk lukt dit niet zo (blijkt achteraf). Ik kijk ook niet op mijn horloge en probeer dit gevoel vast te houden. Gedurende de hele race heb ik een paar keer naar de pace gekeken voor Evelien, maar de GPS zat toen te klooien. Ik zag tempo’s van 5’40”, terwijl ik voelde dat we niet langzamer liepen. Bleek ook niet in de rondetijden weer te komen. Ik keek 1x per ongeluk naar de kilometers en dat was bij 17 nog wat, net voordat ik mijn gezinnetje zag.
Muziek!
Ik merk dat de muziek onderweg me erg goed doet. Er komen nummers voorbij die mijn vader fantastisch vond en ik moet enorm glimlachen bij het horen, zoals bij het nummer Mooi Wark – In de blote kont. Écht niet mijn muziek, maar ik zong hard mee en zwaaide met mijn handen. Hé, wat fijn. Even een glimlach voor mijn vader.
Kilometer 25
Omstreeks kilometer 25 gaat Evelien even in haar eigen bubbel en op een lastig stukje aan de grote weg, vals plat omhoog, raak ik haar kwijt. Ik probeer even wat langzamer te lopen, maar zie haar echt niet meer. Het achterom kijken voelt ook niet prettig voor mijn lijf, dus ik moet wel door. Dat ging heel gek en snel. Dan maar eigen weg vervolgen. Dit stuk vind ik echt enorm saai en ik zie een getrainde loopster aan de kant staan. Ik denk: jemig dan sta je hier. Ondertussen ben ik er ook achter gekomen dat ik vergeten ben mijn ID en pinpas mee te nemen en dus ook niet heel ver kom als ik ergens op een punt beland zonder mensen, toeschouwers en in the middle of nowhere. Gelukkig kan ik dit snel afschudden, want inmiddels loop ik best lekker. Ik heb nog wel wat stemmetjes die bang zijn dat mijn lijf ermee stopt, maar ik geniet echt wel tussendoor. Dat doet me gezien het begin van de race, heel goed.
Ergens tussen kilometer 25 en 30
Besluit een auto een vrijwilliger te negeren en racet zo het parcours op. Wat een idioot. Gebeurt voor mijn neus, ik heb er gelukkig net geen last van, maar schrik er wel van. Vervolgens knalt er een fiets vlak langs me heen en maakt een opmerking als ‘oh is dit een fiets??’ en zegt daarna ‘ja maar ik fiets met hem mee’. Ik zeg: ‘doe dat lekker aan de andere kant dan!’. Ben dus even uit mijn hum. Ik spreek mezelf snel toe en zeg; loslaten en weer in je bubbel. Leuk tijdens een waterpost was dat ik zei ’bedankt’ en dat het meisje dat daar de bekertjes stond aan te geven zei ‘die mevrouw zei bedankt tegen me!’, gaf me even een glimlach.
Kilometer 30!
Dat ging eigenlijk best wel snel. Wat pittige stukjes, maar we zijn er. Nog even en aftellen geblazen. Wel gaat er wat mis bij de waterpost en wil ik afremmen om wat te pakken, dat voelde ik in mijn lijf. Oei. Snel toch gewoon door op het eigen tempo, dit zo abrupt afremmen ging maar net goed.
Kilometer 34
Hier lopen we weer langs muziek. Ik zing en zwaai weer mee. Oeps; zonde van de energie. Maar ik loop niet voor een tijd, maar om een marathon anders te ervaren. Ik krijg te horen dat ik er nog fris uit zie en zeg; ‘dankje!’. Ik zie dat er een loper naast me loopt (blijkt Jan te heten, want even later krijgt hij flinke aanmoedigingen haha) en zeg: ‘althans ik neem aan dat dit voor mij was haha’. Hij lacht en zegt; ‘denk het wel’. Ik voel me ook gezien de kilometers die al in de benen zitten ‘fris’. En in mijn eigen element. Ik begin steeds meer te geloven dat dit een goede keuze was en vervolg mijn weg. Ik ben een beetje ‘bang’ voor de komende kilometers, want daar hoorde ik een paar kilometer geleden iemand over. Wel voel ik rond kilometer 32-34 mijn linker bilspier wat meer opspelen. Shit. Rustig aan en doorgaan. Hopelijk gaat dit goed!
Kilometer 35-40
Wat een saaie kilometers. Langs de campus, langs de fiets snelweg. Ik merk dat de kilometers wel aantikken. Geen man met de hamer, maar ik heb vooral last van het feit dat ik nu mensen begin in te halen, dat ik een loper bij me heb lopen die alles bij elkaar hijgt en roept hoe zwaar hij het heeft. Snap ik, hoor, maar ik wil gewoon lekker door in m’n eigen bubbel, ik heb het nu nog lang niet zo zwaar als dat hij heeft. Een leuk momentje tijdens deze kilometers is een jong meisje dat zegt: ‘mevrouw u bent het 5e meisje!’. Haha, is natuurlijk niet zo, maar waarschijnlijk in de tijd dat ze er stond. Vond het wel heel erg lief en schattig. Ik merk dat de mensen díe er staan, hoe weinig ook, wel echt een fijne energie meegeven aan me.
Ik drink ook netjes bij elke waterpost nog water en dip met een spons. Rondom de UT staat heel veel jeugd / studenten te ‘hangen’ en ik grijp mis bij 3 bekertjes. Zó irritant vond ik dat. Volgens mij waren het namelijk vrijwilligers, maar water uitdelen deden ze niet… Terwijl even verderop de hele straat, jong en oud, meehielp met de sponsjes en water. Rond kilometer 38-40 greep ik mis bij een meisje, een moeder zag het en riep naar het volgende meisje waardoor ik toch mijn sponsje kreeg. Ik roep ‘bedankt!!’.
De laatste 2 kilometer
Dan is het bordje 40 er al. Ik begin wat moe te worden, maar heb het gevoel dat mijn benen het nog wel OK doen. Ik probeer ergens bij het park een stukje banaan te pakken met een slok sportdrank, maar dat gaat totaal niet. Ik verslik me en proest alles voor me uit. Oeps. Sorry voor de mensen die dit aan moesten zien. Snel een slok water en dan maar door. Ik heb namelijk de hele race alleen maar water gedronken en gesponst. Heb 2 kleine slokjes sportdrank genomen, maar de lemon smaak viel me niet lekker. Ik nam ook 1 hapje banaan, maar dat was wurgen. Ik ben bang dat mijn gelletjes verkeerd vallen, want de hele race zit m’n buik wel een beetje in de weg voor m’n gevoel en wil het gevoel niet erger maken. Maar goed, de laatste 2 kilometer zingen we ook wel uit, dat geloof ik inmiddels. Ook ben ik al aan het rekenen gegaan en ook al zou ik gaan wandelen, dan nóg eindig ik onder de 4 uur. Dat was eigenlijk wel mijn enige onuitgesproken doel voor vandaag: genieten en het liefst binnen 4 uur. In het park word ik nog even meisje zonder naam genoemd, want ik heb geen naam op mijn startnummer: ‘zet hem op meisje zonder naam!’. Ook weer grappig. Het laatste stuk is echt saai en gek. Geen mooie aanloop naar de finish, maar beetje buitenom richting laatste stukje.
Finish
Ik zie de finish! Ik ben zó blij hoe ik deze race al met al heb mogen ervaren en loop met een dikke glimlach er naartoe. Zelfs nog met een eindsprintje. Mijn eindtijd, een droomtijd onder deze omstandigheden.

IK BEN ER!
In 3 uur, 23 minuten en 46 seconden kom ik de finish over. Dat ik vandaag zo deze race heb mogen lopen ben ik heel erg blij mee. Mijn benen doen het nog steeds wonderbaarlijk goed. Toch trots haal ik mijn medaille op en ga ik op zoek naar mijn gezinnetje. Die zie ik niet meteen, en dus besluit ik snel nog te kijken naar de start van de 10 kilometer en já kan ik nog net mijn zusje Manon spotten! Ik roep héél hard GO MANON GO GO GOOOOOO. Héél veel mensen hoorden het, maar Manon helaas niet haha. Maar direct erna zie ik mijn gezinnetje, gaan we op een terrasje zitten en kan ik alsnog wél mijn zusje aanmoedigen. We sluiten de dag af met de familie en onze kindjes, wat heel fijn is.
Mijn zusje vraagt al snel naar de resultaten, dat is voor mij minder belangrijk. Toch ben ik heel erg trots als ik de uitslagen zie. Ik ben 12e Nederlandse vrouw, 27e vrouw overall & 11e vrouw in mijn categorie.
Dit voelde ook weer toch heel fijn. Zoals ik al eerder schreef: de puzzelstukjes komen allemaal wel weer op z’n plek. Bedankt Enschede!